4. Onderwerp
In een gesprek over voetbal gebruiken we woorden die met voetbal te maken hebben. In een gesprek over computers, computerwoorden. De ervaren liplezer die weet waar een gesprek over gaat, gebruikt die voorkennis om te voorspellen wat de spreker kan gaan zeggen.
In de dagelijkse communicatie kunt u daar gebruik van maken door – als dat mogelijk is – zelf het gespreksonderwerp te bepalen. Neem het initiatief tot een gesprek of stel uw gesprekspartner gerichte vragen. Uw voorkennis van het gespreksonderwerp of van de vraag helpt u, om uw gesprekspartner beter te verstaan. ‘Zijn jullie al op vakantie geweest?’, ‘Waar zijn jullie naar toe gegaan?’, ‘Hoe was het weer?’, enz.
Op de Liplezer CD-ROM oefent u in dit thema om bij het liplezen gebruik te maken van voorkennis over het gespreksonderwerp.
Klik op de witte pijl om de video te starten.
NB: zet het geluid op 0!