Lezen?

Wat hebben lezen en liplezen gemeenschappelijk?

 

Veel. In beide gevallen moet de lezer visuele informatie (gedrukte woorden; mondbeelden) omzetten in gesproken taal. Eerst doe je dat hardop, later zachtjes voor jezelf, en na veel oefening: volledig automatisch, zonder dat je er nog iets van merkt.

Leren lezen en liplezen

Ook het leren lezen en het leren liplezen hebben veel gemeen.

Binnen het leesonderwijs zijn er - grofweg - twee stromingen. De ene stroming begint bij het technisch en analytisch lezen: letters herkennen, korte woorden 'verklanken', hakken en plakken.

De andere stroming kiest voor 'voorspellend' lezen: voorspellen op basis van het onderwerp, de plaatjes, de titel, alles wat je al gelezen hebt en alles wat je weet, en op basis van die voorspellingen gedrukte woorden en woordgroepen op een pagina of beeldscherm herkennen. Of niet, en dan pas je je verwachtingen aan op basis van de letters en woorden die je ziet.

Uiteindelijk ontmoeten de twee stromingen elkaar, want ervaren lezers doen beide in een voortdurende interactie: Goed kijken naar letters en woorden op de pagina en controleren of deze 'bottom-up' informatie aansluit bij wat je weet en verwacht. Hoe voorspelbaarder een tekst,  hoe sneller je leest. 

Analytisch versus synthetisch

Ook bij het leren liplezen zijn deze twee stromingen te onderscheiden. In Engeland noemt men ze de 'analytische' en de 'synthetische' methode.

Analytisch: 'technisch' liplezen van klein naar groot: letters / visemen herkennen, dan woorden, dan zinnen.

Synthetisch: 'voorspellend' liplezen van groot naar klein: kijken naar de situatie, de lichaamstaal van de spreker, het gespreksonderwerp, en van daaruit proberen te voorspellen wat iemand gaat zeggen. 

Beste methode

De beste methode? Dat weten we nog niet, zeker niet bij het liplezen. Deels hangt het af van de persoonlijke voorkeur, en misschien zelfs van de persoonlijkheid, van de liplezer en de liplees-trainer. De ene persoon wil geen fouten maken en let op details, de ander kiest voor 'grote stappen snel thuis', en als er dan af en toe een steekje valt: geen probleem.

Moeilijker!

Maar leren liplezen is veel moeilijker dan 'gewoon' leren lezen, om (minstens!) twee redenen:

  • De informatie die de liplezer moet verwerken is dynamisch, vluchtig. Iedere klank is maar milliseconden zichtbaar en dan weer verdwenen. Bij het 'gewoon' leren lezen kunnen kinderen met de vinger bijwijzen, en bij twijfel een woord nog eens opnieuw lezen, en nog eens.
    Bij het liplezen is ieder gemist woord een gemiste kans, die niet terug komt. Zelfs als de spreker een woord of een zin nog een keer wil zeggen, dan zal zijn of haar mondbeeld er een tweede of derde keer anders uitzien, dan de eerste keer.
    Tenzij de spreker op video staat. Dan kan de liplezer wel 'bijwijzen', en klanken, woorden en zonnen oneindig vaak herhalen!
  • De informatie die de liplezer ziet, is niet gestandaardiseerd. Kinderen die 'gewoon' leren lezen, beginnen met groot formaat drukletters. De liplezer moet vanaf het eerste begin op basis van zeer variabel handschrift, leren lezen! Iedere spreker heeft immers een ander mondbeeld; iedere klank kan op verschillende manieren uitgesproken worden, afhankelijk van de woorden en klanken ervoor en erna.

    En: afhankelijk van de stemming en emoties van de spreker. Als iemand snel spreekt, ziet zijn/haar mondbeeld er anders uit, dan wanneer hij of zij langzaam spreekt. Iemand die een vrolijk verhaal vertelt, heeft een brede mond; iemand die bedroefd is, spreekt zacht en zal zijn/haar mond nauwelijks openen. 

De afbeelding hieronder: twee handgeschreven briefjes, gevonden op internet. Twee verschillende schrijvers, twee verschillende handschriften. Veel letters worden op verschillende manieren geschreven, afhankelijk van hun plaats in het woord (vooraan, achteraan), en de letters ervoor en erachter. Veel letters zijn daardoor afzonderlijk niet te herkennen, maar wél als je het hele woord (en soms: de hele zin) ziet.
Zo gaat het ook bij het liplezen: iedere persoon heeft zijn/haar eigen mondbeeld, veel klanken zijn afzonderlijk niet, maar in de context van een woord of zin wel te herkennen.

 

 

Liesbeth Pyfers, 1 juni 2012