Liplezen of spraakafzien?

Wat is het verschil tussen 'liplezen' en 'spraakafzien'; wat is de juiste term?

 

Liplezen en spraakafzien betekenen hetzelfde: gesproken taal 'verstaan' op basis van wat je kunt zien: de bewegingen van lippen, tong, kaken, wangen en soms de hals. Daarnaast ook: de gezichtsuitdrukking en lichaamstaal van de spreker.

Logopedisten geven over het algemeen de voorkeur aan de term 'spraakafzien', om aan te geven dat het niet puur gaat om het aflezen van de lippen en mond, maar ook om de gezichtsuitdrukking en lichaamstaal van de spreker. 

Ik geef de voorkeur aan de term 'liplezen', omdat dat woord beter bekend is bij het grote publiek. 'Spraakafzien' moet je altijd weer uitleggen, en wordt in eerste instantie vaak verkeerd begrepen: 'spraakafzien', dus afzien van spraak = geen spraak gebruiken?

'Spraakafzien' staat niet in mijn Dikke van Dale, 'liplezen' wel. Dat het bij liplezen niet puur en alleen om het aflezen van de lippen gaat, is eenvoudig uit te leggen.

Nog een voordeel: je kunt het wel hebben over 'liplezers', maar niet over 'spraakafzienders', of 'spraakafzieners'.

Tenslotte: ik vind het een voordeel dat het woord 'lezen' deel uitmaakt van 'liplezen', omdat liplezen veel overeenkomsten vertoont met het 'gewoon' lezen (zie elders). 

Vandaar mijn persoonlijke voorkeur voor 'liplezen'. Maar 'spraakafzien' mag uiteraard ook! 

 

Liesbeth Pyfers, 1 juni 2012