1. De situatie
Een ervaren liplezer kan op grond van de situatie al gedeeltelijk voorspellen, wat iemand gaat zeggen. De caissière in de supermarkt, de conducteur in de trein, de mevrouw met de collectebus aan de deur. Een gemiddelde Nederlander kent zo’n 50.000 verschillende woorden. Zonder verdere informatie is het ook voor een ervaren liplezer bijna onmogelijk om van de mond van de spreker af te lezen, wat hij of zij zegt. Maar door rekening te houden met de situatie wordt het aantal mogelijkheden aanzienlijk ingeperkt. De caissière vraagt of u zegeltjes wilt, of u een Bonuskaart heeft, of ze wenst u een prettig weekend. De conducteur vraagt om uw kaartje, of wil uw kortingskaart zien. De ervaren liplezer is voorbereid op deze vragen en kan ze daarom zonder veel problemen aflezen.
De ervaren liplezer maakt niet alleen gebruik van de situatie, maar probeert deze ook zo te ‘manipuleren’ dat hij of zij de spreker beter kan volgen door:
- de gesprekspartner mee te nemen naar een ruimte met weinig achtergrondlawaai en zo min mogelijk visuele ‘stoorzenders’;
- de gesprekspartner en eventuele anderen direct te vertellen dat hij of zij slechthorend of doof is en moet liplezen;
- dichtbij de spreker te gaan staan of zitten, zodat het gezicht van de spreker goed zichtbaar is;
- te zorgen voor voldoende licht, en door tegenlicht te voorkomen.
Op de Liplezer CD-ROM oefent u om bij het liplezen rekening te houden met de situatie. U moet overbekende zinnen en uitdrukkingen herkennen op grond van de situatie en het mondbeeld van de spreker.
Klik op de witte pijl om de video te starten. NB: zet het geluid op 0!