Stap voor Stap
Met Stap voor Stap kunt u oefenen met de strategieën van ervaren liplezers. De opbouw van de oefeningen is steeds hetzelfde: u ziet een videofilmpje van een spreker. Dat filmpje kunt u net zo vaak bekijken als u wilt, ook in slow-motion of beeld-voor-beeld. U kunt het filmpje mét geluid bekijken, of zonder geluid.
Bij ieder filmpje wordt een vraag gesteld. Probeer de vraag eerst te beantwoorden door goed naar de spreker te kijken (en misschien: te luisteren). Klik dan op het blauwe vlak onder het filmpje. Er verschijnen vier mogelijke antwoorden, die soms maar één letter of één woord van elkaar verschillen. Bekijk het filmpje eventueel nogmaals, en kies dan wat volgens u het goede antwoord is. Wanneer u op ‘controleren’ klikt, krijgt u onmiddellijk feedback: goed of fout. Als het antwoord fout is, kunt u nogmaals kiezen.
De oefeningen die kant-en-klaar in het onderdeel Stap voor Stap worden aangeleverd, zijn verdeeld over 10 thema’s. Op de volgende pagina’s worden deze thema’s verder toegelicht.
De thema’s zijn:
- Thema 1: De situatie
- Thema 2: De taal
- Thema 3: De expressie
- Thema 4: Het gespreksonderwerp
- Thema 5: Klinkers
- Thema 6: Medeklinkers
- Thema 7: Het woordritme
- Thema 8: Kleine woordjes
- Thema 9: Zinnen
- Thema 10: Geheugen
Als toegift is een extra thema opgenomen met enkele voorbeelden van Nederlands met ondersteunende Gebaren.
Nederlands met ondersteunende Gebaren (NmG) is niet hetzelfde als de Nederlandse Gebarentaal. Bij NmG wordt gewoon gesproken, maar er worden tege-lijkertijd gebaren gebruikt om de betekenis van de gesproken woorden te verduidelijken.
In de voorbeelden in thema 11 op de CD-ROM is echter geen geluid te horen—de geluidskwaliteit van deze opnames was daarvoor te slecht. Onder normale omstandigheden wordt er bij Nederlands met Gebaren dus WEL gesproken!
Wanneer u meer informatie wilt over Nederlands met ondersteunende Gebaren, dan kunt u terecht bij het Nederlands Gebarencentrum: www.gebarencentrum.nl .
U kiest bij Stap voor Stap zelf met welke thema’s u wilt oefenen, in welke volgorde, en voor hoe lang. U zult snel merken welke oefeningen - en misschien welke sprekers – voor u meer of minder moeilijk zijn. Per keer en per thema worden uw resultaten opgeslagen. Zo kunt u zelf uw vorderingen bijhouden.