1. Situatie

Wanneer je lipleest, dan zie je niet alle klanken. En: veel klanken lijken op elkaar. Liplezen is daarom deels: raden.

Alles wat je niet kunt zien, moet je zelf aanvullen. Een goede liplezer maakt daarbij gebruik van zijn of haar voorkennis: alles wat je weet dat mensen - in een bepaalde siuatie - kunnen zeggen. De conducteur in de trein stelt meestal standaard-vragen. Als je daarop voorbereid bent, kun je hem ook verstaan zonder geluid. Wanneer je één of twee woorden herkent, dan kun je de restl aanvullen vanuit je voorkennis van dit soort situaties. Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg!

Bij deze oefeningen wordt aangegeven wat de situatie is: de conducteur in de trein, iemand die je op straat aanspreekt, de weerman op tv. Probeer - zonder geluid - te herkennen wat de spreker op de video zegt. Je kunt ieder filmpje net zo vaak bekijken, als je wilt. Je kunt ieder filmpje ook vertraagd afspelen. Klik dan op het blauwe vlak onderin het scherm, zodat de vier antwoord-mogelijkheden zichtbaar worden. Als je de zinnen vergelijkt met de video, is het aflezen ineens een stuk eenvoudiger!.

Liplezen is veel moeilijker wanneer je geen gebruik kunt maken van voorkennis van de situatie, en/of wanneer de spreker iets anders zegt dan je verwacht. Bij de online oefeningen gebruiken de sprekers zoveel mogelijk overbekende uitdrukkingen die goed voorspelbaar (en dus goed afleesbaar) wanneer je bekend bent met de situatie.