6. Medeklinkers

Medeklinkers zijn klanken die je maakt, door ergens tussen longen en lippen de luchtweg even helemaal of gedeeltelijk af te sluiten. Wanneer je een 'k' zegt, gaat de achterkant van je tong naar boven, tegen het gehemelte. Wanneer je een 'v' of 'f' zegt, zet je je tanden op je onderlip. Bij 'b' 'p' of 'm' houd je je adem tegen door je lippen te sluiten.

Medeklinkers zijn voor de liplezer moeilijk, om verschillende redenen:

  1. Medeklinkers duren heel kort; ook al zou je het willen, je kunt bijvoorbeeld een 't' of 'p' niet langzaam uitspreken;
  2. Klanken die verschillend klinken, zien er voor de liplezer hetzelfde uit: 'p' - 'b' - 'm', bijvoorbeeld. Als groep zijn ze makkelijk te herkennen, maar wie van de 3 is het? Hetzelfde met 'f', 'v' en de Hollandse 'w': als groep redelijk goed te herkennen, maar ook nu: wie van de 3 is het?
  3. Medeklinkers die achter in de mond gemaakt worden, kun je helemaal niet zien: 'k', 'h', 'j' onzichtbaar! 
  4. Bij het Nederlands gebruiken we veel combinaties van 2, 3 of meer medeklinkers achter elkaar. In zo'n cluster van medeklinkers beïnvloeden de klanken elkaar. Je zegt niet 3 afzonderlijke letters, maar 1 geheel waarbinnen de afzonderlijke klanken niet allemaal zichtbaar zijn, elkaar beïnvloeden, en ook nog eens niet allemaal worden uitgesproken. "Alsjeblieft" spreken we uit als 'asjeblief'; 'zakdoek' als 'zaddoek'. 

Bij de oefeningen met medeklinkers op deze site, zie je de medeklinkers onder optimale omstandigheden: enkelvoudig, en aan het begin of aan het eind van een woord.

Als je de oefening zonder geluid doet, dan zul je merken dat je bij veel filmpjes niet met zekerheid kunt zeggen, welk woord het is: 'pad', of 'mat'? 'Feit', of 'wijd'?

Probeer het woord mee te zeggen, met de video. Misschien herken je het dan wel. Of: klik op het blauwe vlak, en vergelijk de video met de 4 keuzemogelijkheden. Vaak zie je direct al, welk woord er niet gezegd wordt. Of: spreek de drie woorden uit (kijk evt. in een spiegel terwijl je dat doet) en vergelijk wat je voelt, met wat je ziet.  

Het herkennen van klinkers en medeklinkers zijn een soort 'vingeroefeningen'.Eerst kost het veel moeite en aandacht, maar met veel oefenen ga je klanken (bijna) automatisch herkennen. In de dagelijkse communicatie spreken mensen gelukkig zelden in zulke korte woorden. Bovendien helpen de situatie, het gespreksonderwerp en de zinscontext je om - bijna - automatisch het juiste woord te herkennen. "Mijn man heeft de auto". Zelfs de beginnende liplezer zal niet denken dat de spreker zegt: "Mijn pan heeft de auto." Maar soms blijft het raden: "Waar is mijn jas?" of "Waar is mijn tas?"