3. Expressie

Veel deskundingen hebben bezwaar tegen de term 'liplezen'. Zij vinden 'spraakafzien' beter, omdat de liplezer naar veel méèr dan alleen de lippen van de spreker kijkt: naar de gezichtsuitdrukking, de houding, eventuele natuurlijke gebaren en de situatie.

Bij deze oefening oefent u om op de gezichtsuitdrukking van de spreker te letten. Positief of negatief? Blij of boos? Vragend of dwingend?

In veel situaties is het voldoende wanneer je de gezichtsuitdrukking van de spreker goed interpreteert. "Wil je koffie?", "Hoe gaat het?". Wat de spreker precies antwoordt, doet er niet zo veel toe; de expressie is voldoende. Maar zodra je meer wilt weten, kun je niet zonder de woorden die de spreker zegt, en dus: niet zonder liplezen.

Bij deze oefeningen krijgt u de belangrijkste woorden vooraf aangeboden. Aan u de taak, om de gezichtsexpressie goed te interpreteren. Zegt de spreker: "Dat heb ik NIET gezegd." of "Dat heb ik NET gezegd!".

De sprekers op de video hebben 'sprekende' gezichten. In de praktijk zult u merken dat veel sprekers hun gevoelens minder duidelijk tonen.